Adembenemend avontuur

Van 21 juni tot 8 juli zijn wij met een 11 koppige groep vertrokken naar Noord-India voor een spectaculaire motortour. Na de vlucht op Delhi zijn wij met een luxieuse nachtbus in zeventien uur naar Manali gereden. Daar stonden onze nieuwe Enfield 500 cc motoren klaar waarmee we de volgende dag onze tour zouden starten. De eerste rit waarin we aardig aan onze stalen rossen en het linksrijden konden wennen ging naar Dharamsalah. Het verkeer in India is één grote chaos, met veel agressieve chauffeurs. De belangrijkste verkeersregel in India is dat de grootste het voor het zeggen heeft, en dat waren wij duidelijk niet. Het belangrijkste wapen is de claxon. Je word dan ook nog al eens afgesneden door vrachtwagens. Via Udhampur kwamen wij in Srinigar, de toeristische trekpleister van India. Hier komen ook veel rijke indieers naar toe om hun vakantie door te brengen. Het kwam goed uit dat we hier een rustdag hadden want het rijden over abominabel slechte wegen sloopt je wel. Bovendien moesten we nog op zoek naar betere hotels.

Door alle negatieve aandacht voor Kashmir zie je hier weinig of geen westerlingen. Wij waren daar dus één grote attractie. Srinigar is een prachtige stad met een groot meer en er liggen vele house-boats. Na een city tour rond het meer, waarin we onder andere een Moskee, mooie tuinen en een karpetten fabriek bezochten, hebben we met gondels een tocht over het meer gemaakt. Op dat meer troffen wij een drijvende markt aan. Veel opdringerige kooplieden kwamen met hun bootjes langszij. De twee volgende dagen stonden we weer vroeg op om via Kargil naar het op 3500 meter hoogte gelegen Lamayuru te skeuren. Vooral deze laatste rit was adembenemend mooi met zijn vele haarspeldbochten en zeer ruige, elke kilometer wisselende, landschappen. Hier was net een 3 daags festival voor monniken begonnen, wat we vanuit onze hotelkamers konden volgen.

Allemaal hadden wa last van wat hoofd pijn, een bekend veschijnsel als je naar die hoogte stijgt. 30 juni zijn wij via een werkelijk schitterende route met veel fotostops, wat daar op je netvlies valt kan je echter nooit of te nimmer goed vastleggen, naar Leh op 3200 meter hoogte gereden waar we 3 nachten zijn gebleven. Ook hier hadden we een rustdag waarin we het fraaie stadje konden bekijken. De volgende dag vertrokken we naar het hoogtepunt van de reis, de 5602 meter hoge Kardong La, de hoogste berijdbare pas ter wereld. De meegebrachte zuurstofflessen hadden we niet nodig maar het was wel een adembenemend avontuur.

3 juli volgde een loodzware rit van 250 km naar Pang op 4200 meter hoogte. Waar we in een grote tent, heel basic, overnachtten. Niet echt uitgerust vertrokken we de volgende dag weer naar Keylong op 3600 meter hoogte. Je rijdt hier 700 km lang door de overtreffende trap van de Grand Canyon. De laatste motordag terug naar Manali blijkt de zwaarste, we moesten namelijk de Rohtang pas van 4000 meter passeren. Deze is echter door de zware neerslag voor al het verkeer behalve het leger, wegwerkers en politie gesloten. Na een magnifieke lobby van Jan, onze reisleider, mochten wij toch op onze motoren stappen omdat wij op doorreis vanaf  Leh zijn. Dat hebben we geweten. Al zigzaggend reden we langs zeer diepe kuilen, over keienstroken en regelmatig door 75 cm water en 50 cm blubber. De weg is over grote stukken door landslides volledig weggespoeld. Maar gelukkig komen we door de afsluiting geen tegemoetkomend verkeer tegen. Het is een wonder dat onze Enfields practisch allemaal heel blijven, onze monteurs hebben er echter wel druk werk aan. Af en toe moeten we stoppen om de met water volgelopen luchtfilters te legen. Men is druk met bulldozers in de weer om de weg weer enigszins begaanbaar te maken. Om je heen zie je talloze watervallen, waar het water duizenden meters naar beneden stort en terwijl je stijgt zie je het landschap veranderen. Even voor de top is het uitzicht naar beneden met de honderden S-bochten zeer spectaculair. Net voorbij de top zie je in de diepte de Chandra rivier stromen. De laatste 40 km afdaling met mooi asfalt en veel haarspeldbochten maakt echter weer veel goed.
 
Beneden in Manali aangekomen weten we niet wat we zien, duizenden mensen langs de weg die hun voertuigen hebben verlaten, al vele uren wachtend in de hoop dat ze de pas over mogen. Het gaat echter niet door, wij worden tegengehouden door locals die het niet eerlijk vonden dat wij wel door mochten. Via een sluiproute vervolgen wij onze weg naar hetzelfde fraaie hotel in Manali als vorige week. In totaal blijken we ruim 1900 km te hebben afgelegd waarvan slechts 40 % asfalt.

De volgende morgen half 5 op voor de binnenlandse vlucht naar het bloedhete Delhi. Vanuit hier bezoeken we nog even, met een over airco beschikkende bus, de mooie Taj Mahal in het maar 250 kilometer verderop gelegen Agra. Dit geheel, uit marmer opgetrokken werelderfgoed, waar 22 jaar met elfduizend man aan is gewerkt, maakt veel indruk. De nacht erop zijn we weer via Zurich terug gekeerd naar Schiphol.
De Motoropa’s De Motoropa’s